De “worplesdon” selectie heeft dezelfde eigenschappen van de wilde amberboom. Deze selectie is voor klanten die liever een leiboom hebben met een klassieke stam ipv. Een kurkstam. Amberboom heeft een mooi 5hoekig ingesneden blad. Bij het scheren of snoeien van deze leiboom zal er een aangename geur vrijkomen.
Grootte | 120×120, 120×160, 120×180, 160×120, 180×120 |
---|---|
Stamhoogte | 180, 200 |
Stamdikte | 8I10, 10I12, 12I14, 14I16, 16I18, 18I20, 20I25, 25I30, 30+ |
Voet | draadkluit, pot |
Pyrus calleryana ‘chanticleer’, de leisierpeer. Deze soort is de eerste op het jaar dat blad begint te krijgen en zijn blad het laatst verliest waardoor er een lange periode privacy is. In het voorjaar krijgt sierpeer een bloesem. De herfstverkleuring van deze leiboom begint laat maar is heel mooi van kleur eerst geel/oranje dan rood. Er komen geen eetbare vruchten op deze boom enkel kleine siervruchtjes van 1cm groot.
Pyrus calleryana ‘chanticleer’, de leisierpeer. Deze soort is de eerste op het jaar dat blad begint te krijgen en zijn blad het laatst verliest waardoor er een lange periode privacy is. In het voorjaar krijgt sierpeer een bloesem. De herfstverkleuring van deze leiboom begint laat maar is heel mooi van kleur eerst geel/oranje dan rood. Er komen geen eetbare vruchten op deze boom enkel kleine siervruchtjes van 1cm groot.
Deze bijzondere en zeldzame boom is gevonden in New Madrid, Missouri, U.S.A. als zaailing van de Q. texana. De groei en habitus is vergelijkbaar met de Q. palustris en de Q. rubra. Het jonge blad is opvallend oranje-rood en verkleurd dan naar lichtgroen, donkergroen. Echt heel apart om dit aan één tak te zien. Ook de oranjerode herfstkleur is de moeite waard.
Deze bijzondere en zeldzame boom is gevonden in New Madrid, Missouri, U.S.A. als zaailing van de Q. texana. De groei en habitus is vergelijkbaar met de Q. palustris en de Q. rubra. Het jonge blad is opvallend oranje-rood en verkleurd dan naar lichtgroen, donkergroen. Echt heel apart om dit aan één tak te zien. Ook de oranjerode herfstkleur is de moeite waard.
Fagus sylvatica (groene beuk) wordt soms vaak verwisseld met carpinus betulus (haagbeuk). De bladeren van deze leiboom hebben weinig verschil, enkel echte kenners zien het verschil. Het enigste verschil is dat fagus altijd een bladhoudende eigenschap heeft (verdorde, bruine blaadjes tijdens de wintermaanden) en bij carpinus heeft enkel de “lucas” selectie een bladhoudende eigenschap. Fagus word vaak gekozen als niet-wintergroen alternatief om ook tijdens de winter een vorm van privacy te hebben.
Fagus sylvatica (groene beuk) wordt soms vaak verwisseld met carpinus betulus (haagbeuk). De bladeren van deze leiboom hebben weinig verschil, enkel echte kenners zien het verschil. Het enigste verschil is dat fagus altijd een bladhoudende eigenschap heeft (verdorde, bruine blaadjes tijdens de wintermaanden) en bij carpinus heeft enkel de “lucas” selectie een bladhoudende eigenschap. Fagus word vaak gekozen als niet-wintergroen alternatief om ook tijdens de winter een vorm van privacy te hebben.